Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Michel de Montaigne, ten tijde van de Renaissance: 'Wie ben ik eigenlijk?'

30 januari 2018

In de 'Pedagogische Canon’ vindt u een serie portretten van onderwijswetenschappers en -denkers, uit heden en verleden. Hun werk is van betekenis voor een beter verstaan van goede onderwijspraktijk. Via kernbegrippen, definities en eerder gepubliceerd werk trachten we de essentie te vatten. In deze aflevering Michel de Montaigne, die ten tijde van de Renaissance (16e eeuw) een vernieuwende visie had op wie of wat de mens is, op de rijkheid van het innerlijke leven en hoe hij zichzelf het beste leert kennen. 'Het besef dat de mens zijn leven in onzekerheid en doodsangst leeft, kan hem bevrijden zodat hij tot een onafhankelijk manier van oordelen kan komen. De eigen ervaring wordt dan zijn kennisbron.'

Michel de Montaigne (1533-1592) is een moderne Renaissance filosoof met een vernieuwende visie op wie of wat de mens is en hoe hij het beste zijn leven kan leiden. Zijn opvatting steunt op zijn eigen ervaringen en teksten van auteurs uit de Oudheid. Na een aantal jaren rechten gestudeerd en gewerkt te hebben als magistraat trekt hij zich op z’n 37e  terug uit het openbare leven, omdat de ontwikkeling van een rijk innerlijk leven belangrijker voor hem is. Hij sterft op zijn kasteel in 1592.

Que sais je? – Wat weet ik eigenlijk?

‘Geen enkele waarheid is bestand tegen twijfel. De mens verandert door de tijd heen van mening’.

Hij schrijft in zijn teruggetrokken bestaan zijn Essays. Het zijn ruim 1500 pagina’s over opvoeding, ouders en kinderen, waarin hij in gesprek is met de lezer om zichzelf te leren kennen. Montaigne laat zich zien als model voor de moderne Ik. Als eerste filosoof zet hij een ontwikkeling in die leidt tot de huidige tendens om tot de kern van jezelf terug te gaan om te ontdekken wie je eigenlijk bent. Dit is een actuele beschouwing op de betekenis van een subject of een 'zelf' te zijn.

In tegenstelling tot wat in de Renaissance ‘common sense’ is, is Montaigne sceptisch over de redelijkheid van de mens. Beïnvloedt door moraalfilosofen en de klassieke oudheid  gelooft hij het menselijk leven te kunnen verbeteren. Daarin ontwikkelt hij zich van het stoïcijnse ideaal van de sterke man naar het vitalisme, die dat als onnatuurlijk en onmenselijk duidt. ‘Een mens vergeet op die manier om te leven,' stelt Montaigne, terwijl hij juist heel graag wil leven.

De mens, schrijft Montaigne, is voortdurend in verandering, is vergankelijk en heeft een begrensde identiteit, dat door zelfreflectie ontdekt en ontwikkeld moet worden. Daardoor verwerft hij zich zelfkennis, die Montaigne omschrijft als een praktische wijsheid voor een vitale levensvorm. Het goede leven houdt volgens hem in dat de mens de juiste gewoontes ontwikkelt en leert leven in overeenstemming met wat zich aandient. Het gaat er daarbij om grenzen en eindigheid te ervaren. Het besef dat de mens zijn leven in onzekerheid en doodsangst leeft, kan hem bevrijden zodat hij tot een onafhankelijk manier van oordelen kan komen. De eigen ervaring wordt dan zijn kennisbron. Dat illustreert Montaigne door in zijn Essays zijn eigen leven als thema te nemen en op zijn kasteel tot zijn dood in 1592 deze bij te stellen.

Bronnen

NB. NIVOZ heeft niet de illusie met deze canonbijdrage volledig en compleet te zijn. Het is geschreven om de aandacht en interesse te prikkelen bij leraren, schoolleiders en andere geïnteresseerden. Voor sommige zal het gaan om een eerste kennismaking; voor anderen aanleiding zijn om zich verder te verdiepen. We verwijzen daarvoor naar andere bronnen, zoals onder meer naar het boek Grote pedagogen in klein bestek (SWP), de website van Expoo en het erfgoed van de Nederlandse Gedragswetenschappen (ADNG). 


     

 

 

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief