Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'Mijn zoon voelt het allemaal, ook de emoties die ik níet met hem wil delen'

18 januari 2017

Femke Cools wil voorleven, echt zijn. Aan haar kinderen haar emoties tonen. Althans, als die betrekking hebben op hun relatie. Maar als zij met andere dingen strijdt, betrekt ze ze niet daarin. Toch voelt haar jongste zoon haar emoties haarfijn aan. Haar verhaal over de band tussen moeder en kind.

Hoe goed ik mijn volwassen innerlijke worstelingen soms ook probeer te verbergen voor mijn kinderen, mijn zoon voelt het allemaal. En dat is niet erg, want ik toon mijn emoties ook vaak bewust wél aan de kinderen. Boosheid en verdriet, wanneer ze mij met hun uitdagende gedrag tot wanhoop drijven. En juist ook vaak blijdschap en liefde, wanneer ik mij gelukkig prijs als we samen spelen, lezen, knuffelen, eten.

Ik wil voorleven, echt zijn, zodat ze zien en voelen hoe normaal het is om al deze verschillende emoties te hebben en dat deze er mogen zijn. Ik ben nu bijna 7,5 jaar moeder en blijf elke dag leren en proberen, maar ik voel steeds meer dat het klopt wat ik doe, dat dit aansluit bij wie ik ben. En mijn jongens geven het ook spontaan terug:'Wat heb je lekker gekookt!' 'Ik hou van je mama, je bent de liefste mama op de wereld.' Ik hoor mijzelf er ook in terug; deze spontane liefdesuitingen maken mij intens gelukkig.

Grenzen aan emoties

Maar waar je je emoties leert te delen met je kinderen, zijn daar voor mij ook grenzen aan. Ik kan emoties delen als deze te maken hebben met mijn relatie met mijn jongens. Maar als ik een volwassen innerlijke strijd ervaar die niets met hen te maken heeft, dan houd ik deze emoties voor mijzelf.

Dat probeer ik althans. Mijn oudste heeft denk ik op zo’n moeilijk moment van mij ook niet in de gaten dat er iets is, of heeft onbewust al de tools in huis om zich ervan af te schermen. Mijn jongste echter, heeft het feilloos door en zijn gedrag is vervolgens mijn spiegel. Behoorlijk confronterend af en toe.

Innerlijke strijd

Ik worstel momenteel met een vriendschap. Het maakt me om diverse ingewikkelde redenen boos en verdrietig. Mijn vijfjarige zoontje voelt het aan wanneer ik zo’n innerlijke strijd ervaar. Hij zoekt vaker lichamelijk contact, knuffelt mij meer dan anders en benoemt dit ook: ik kom je even lekker knuffelen, mam.

Ik vind knuffelen heerlijk. Ik kom dan tot rust. Wanneer mijn zoon mij knuffelt op zo’n kwetsbaar moment, knuffel ik hem langer en houd ik hem steviger vast dan normaal. Soms komen de emoties dan los, die ik probeer onder controle te houden, want hij hoeft mijn tranen niet altijd te zien.

Maar hij voelt het tóch wel, want mijn hartslag versnelt en ik begin wat te trillen. Dan maakt hij zich van me los en kijkt me vragend (en bezorgd?) aan met zijn mooie blauwe ogen. Ik maak een grapje, of kietel hem om te zorgen dat we over kunnen tot de orde van de dag zonder er verder woorden aan te  geven.

Maar het 'kwaad' is dan al geschied en het is gewoon wachten totdat mijn zoon laat zien dat hij worstelt met wat hij bij mij gevoeld heeft. Daar zit soms een paar uur tussen. Deze keer zat er een halve dag tussen voordat het gedrag zich manifesteerde.

Vriendjes over de vloer

Zijn broer had een vriendje te spelen. Wanneer er vriendjes over de vloer zijn wordt er vrijwel altijd samen gespeeld en meestal gaat het ook goed. Deze dag echter niet. Geregeld kwam mijn jongste huilend beneden omdat hij geslagen was of niet mee mocht doen.

Op een gegeven moment besloot ik de drie jongens beneden te laten spelen zodat ik kon helpen in hun onderlinge communicatie. Dat ging maar even goed, voordat er weer ruzie was tussen de broers. Het vriendje verzuchtte dat hij misschien maar beter naar huis kon gaan.

Heftige emoties

'Wat wil je het liefste?', vroeg ik. Hij wilde het liefste even alleen met mijn oudste bij hem thuis spelen, zonder mijn jongste erbij, want hij wilde de ruzie niet en blijkbaar was het bij de vorige speelafspraak ook al misgegaan tussen mijn zoons toen ze bij hem thuis samen aan het spelen waren. Ik begreep dat volkomen en zei dat ze konden gaan.

Voor mijn jongste was het huis toen te klein. Hij schreeuwde en huilde en wilde per se mee. Dat mocht niet van mij, wij zouden er met z’n tweetjes verder wel een leuke middag van maken.

Maar hij bleef hangen in zijn heftige emoties. Stevig vasthouden, wiegen en sussen hielpen allemaal niet, waar dat anders wel helpt. Vragen wat hij nodig had om te stoppen met schreeuwen en huilen hielp ook niet, want hij schreeuwde dat hij het nodig had om mee te gaan met zijn broer, maar dat was nu het enige dat van mij niet mocht.

Ik probeerde hem nogmaals te sussen en zei dat er heus wel weer een ander speelmoment zou komen. 'Nee!', riep hij huilend, want hij (het vriendje) vindt mij niet leuk! Ik probeerde hem uit te leggen dat hij hem wel leuk vindt, maar dat hij nu even in rust wilde spelen en dat het even niet samen ging. Maar mijn zoon was niet rustig te krijgen, dus ik wist niet wat ik nog voor hem kon doen. Ik besloot te gaan stofzuigen en zei dat als hij er klaar voor was, hij maar moest komen knuffelen. Dan zou ik weten dat het weer goed was.

Ordenen

En wat er vervolgens gebeurde vond ik wat beangstigend. In eerste instantie dan.

Tijdens het stofzuigen hield ik mijn zoon vanuit mijn ooghoeken in de gaten. Hij begon met het verplaatsen van dingen in de huiskamer. Alles wat hij kon tillen, bracht hij gedecideerd naar één hoek van de kamer. Ik vond het raar en ook eng om te zien, maar ik wilde zonder oordeel zijn en deed alsof ik dit de normaalste zaak van de wereld vond en bleef hem ondertussen observeren. En toen begreep ik het, want ik zag mijzelf in hem terug: hij is aan het ordenen.

Wanneer ik mijn gedachten en emoties niet goed kan reguleren, ontstaat er kortsluiting in mijn hoofd. Ik kan dan in paniek raken. Dat gebeurt gelukkig niet vaak meer, omdat ik het inmiddels op tijd registreer. Om weer grip te krijgen op mijn gedachten en emoties, doe ik iets dat mij helpt om te ordenen. Dat kan het bellen van een vriendin zijn die me de juiste vragen stelt, schrijven in mijn dagboek, of het huis opruimen en poetsen of tuinieren. Mijn zoon was ook aan het ordenen en hij werd rustig.

Toen ik op de grond zat om een vlek weg te poetsen, kwam hij naar me toe en kroop op schoot. We knuffelden. Toen hij me aankeek, zei ik met een glimlach en wijzend op de verbouwde huiskamer: 'Zo, heb je een mooi huis gebouwd?'

'Ja', zei hij met een glimlach. 'Dat is goed', zei ik. 'Moeilijk is het als een vriendje even niet wil spelen met jou, hè?' 'Ja.' 'Ik vind dat ook moeilijk.' 'Als kind?', vroeg hij.

'Ja, als ik niet mee mocht doen maakte mij dat verdrietig. Maar nu heb ik dat ook nog hoor. Als een vriendin niet wil afspreken, kan ik daar verdrietig om worden. Maar ik heb geleerd dat dat niet is omdat mijn vriendin mij niet leuk meer vindt, maar omdat ze bijvoorbeeld liever even alleen is. En ik weet dat er altijd een volgend moment komt waarop we wel weer kunnen afspreken. En dan voel ik me niet meer verdrietig, omdat ik dat weet dat het goed komt.'

Ik kan me vergissen, maar mijn zoon leek een zucht van verlichting te slaan. Of misschien was ik het zelf wel.

Femke Cools is moeder van twee zoons, Leraar van het Jaar 2014. Ze werkte in het Montessori-onderwijs en werkt momenteel voor de Onderwijscoöperatie.  Ze blogt over haar onderwijspraktijk op haar site www.juffemke.nl

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief