Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Welke boeken hebben jouw denken gevormd? Podcast met Joop Berding

1 maart 2023

Wat wil de huidige generatie eigenlijk met haar kinderen? Waar staat die generatie eigenlijk voor? Het normatieve aspect van de pedagogiek is een van de dingen waar historisch wijsgerig pedagoog Joop Berding nog steeds heel erg door gefascineerd is.

In deze podcast, gemaakt door Jan Jaap Hubeek, neemt Joop Berding vijf boeken mee die hem zelf gevormd hebben. Luister mee langs John Dewey, Janusz Korczak, Cornelis Verhoeven, Hannah Arendt en Virginia Woolf.  

Berding start met een citaat van Hannah Arendt: ‘Menselijke ouders hebben hun kinderen niet alleen door geboorte en verwekking het leven geschonken, maar hebben hen tegelijkertijd ook ter wereld gebracht. In de opvoeding nemen zij verantwoordelijkheid voor beiden: voor het leven, en voor het kind, en voor het voortbestaan van de wereld.’

‘Ik vind het een prachtige quote omdat het twee dingen verbindt’, legt hij uit. ‘Het zorgen voor de kinderen is heel mooi en interessant, maar Arendt voegt de dimensie van de wereld eraan toe. We schenken ze het leven, maar daarmee maken ze ook deel uit van een gemeenschap.’

Wie ben jij?
In een notendop: Joop Berding is 69, getrouwd, vader en grootvader is. Hij heeft veel gewerkt in onderwijs, maar was ook beleidsambtenaar en onderzoeker, en heeft altijd gestudeerd naast het werk. Dat begon al toen hij net voor de klas stond en Pedagogiek MOA ging doen. Hij schreef ook meerdere boeken over onderwijsdenkers.

Wat hem aan het schrijven zette, was de nieuwsgierigheid wat je met de denkbeelden van grote (onderwijs)denkers kan in de praktijk. Veel denkers hebben geschreven over praktijken in andere tijden, sociaal-culturele of politieke omstandigheden. Wat je ermee kan hoeft niet meteen te vertalen te zijn in de klas, maar kan bijvoorbeeld ook het openen van een denkruimte zijn, wat Berding minstens zo belangrijk vindt. Wat hij daaraan spannend vindt, is dat je een heel andere manier kan krijgen op je eigen denken, maar ook tegen de praktijk, dat je die met andere ogen ziet en andere dingen gaat proberen.

Het kritisch bevragen van je eigen praktijk (hoeft natuurlijk niet de hele tijd!) is iets wat Berding belangrijk vindt. Het verlangen erachter is dat dingen altijd beter kunnen, wat hij zelf ook een beetje irrationeel noemt, of een valkuil, want je moet natuurlijk niet continue met verbeteren bezig zijn. ‘Innovatie’ zoals we dat nu noemen, hij zegt het met een lach. Door dingen een nieuwe naam te geven, worden praktijken niet altijd anders. Praktijken zijn voor een deel ook heel weerbarstig en laten zich niet zomaar ‘omturnen’.

Inleiding tot de verwondering – Cornelis Verhoeven
Verhoeven pleit in Inleiding tot de verwondering voor de eigen waarde van de vakken, omdat het een kennisgebied is. Hij wilde daarmee wegblijven van het directe ‘nut’ wat vaak benadrukt wordt. Dat fascineert Berding al heel lang en hij draagt het boek dan ook al heel lang mee.
Ook pleit Verhoeven voor de specialist (versus de generalist) in het onderwijs, wat Berding vertaalt als voorbij de oppervlakkigheid kijken.

In 2018/2019 kreeg Berding het idee om een boek over geduld te gaan schrijven, omdat hij zoveel haast en onrust om zich heen zag. Toen pakte hij het boek over Verhoeven weer op en zag tot z’n eigen verbazing dat Verhoeven daar ook al over schreef. Verhoeven hield een pleidooi voor het uitstel. Daarin herkende Berding ook iets over zichzelf, een bepaald ongeduld. Verhoevens boek is een filosofische reflectie op een verschijnsel, geen uiteenzetting over onthaasten. En toch heeft Berding de ervaring dat het werk van Verhoeven hem geduldiger heeft gemaakt, dat het goed is om op dingen te moeten wachten.

Democracy and education – John Dewey
De filosofie van Dewey is het pragmatisme, of instrumentalisme. Dewey probeert voorbij te komen aan de focus in het onderwijs die vaak enerzijds op de leerstof ligt of anderzijds gefocust is op het kind, kindgecentreerd. Berding: ‘Als je kijkt naar wat die twee bindt, kom je uit op het begrip ervaring. Bij kinderen kan je dat makkelijk zien, die doen enorm veel ervaring op. Bij de leerstof, het culturele wat overgedragen wordt, is dat moeilijker te vatten. Dewey zegt: alles wat we hebben aan inzichten is eigenlijk ook gestoeld op menselijke ervaring, dat is niet uit de hemel komen vallen. Dat is het cultuurgoed waarmee we kinderen willen laten kennismaken.’

Rond de eeuwwisseling (1900) leidde Dewey in de VS een experimentele school die veel parallellen vertoonde met reformpraktijken in Nederland zoals Peter Petersen (Jenaplanonderwijs), Maria Montessori (montessorionderwijs) en Rudolf Steiner (vrijeschoolonderwijs) ook deden. ‘Daar zie je de beweging om het onderwijs en de maatschappij op een of andere manier te verbinden’, concludeert Berding.

Berding heeft een aantal van Deweys teksten vertaald naar het Nederlands, in een poging om het werk van Dewey meer naar het Nederlandse discours te halen. Hij doet dat niet om het Nederlandse onderwijs te willen verbeteren, maar om een bijdrage te leveren omdat het werk hier zo weinig bekendheid had. ‘Het is aan de mensen die het willen lezen of ze er ook iets mee doen, daar heb ik geen zeggenschap over, en dat wil ik ook absoluut niet.’

Hoe houd je van een kind – Janusz Korczak
‘Korczak is voor mij een van de allergrootste ontdekkingen in mijn leven, dat durf ik wel te zeggen’, begint Berding. ‘Het is écht pedagogiek. Omdat het helemaal doorleefd is.

Dit boek beschrijft de echte ervaringen en echte problemen van een opvoeder. Wat er zo grandioos aan is, het is allemaal een narratief, allemaal verhalen. Er zit geen theorie in, geen hoogdravende filosofie, het gaat om zelfonderzoek.’

Mét kinderen praten, daar heeft Korczak het over. ‘Mijn idee van participatie van kinderen is daar geboren. Met kinderen praten, naar ze luisteren, hun ideeën serieus nemen. Kijken naar de verhoudingen onderling in de groep. Het idee van rechtvaardig en eerlijk met elkaar samenleven, dat komt daar voor het eerst tot uiting. Dat is heel bepalend geweest voor de pedagogiek.’

Democratisering, kinderrechten, rondom die thema’s heeft Berding veel gedaan als gevolg van de ideeën van Korczak. Aandacht voor wat kinderen naar voren brengen, dat serieus nemen. Wat niet altijd wil zeggen dat je ook moet meegaan in die wensen, benadrukt hij.

Mrs. Dalloway - Virginia Woolf
Berding: ‘In mijn leven speelt toeval een grote rol. Ik houd erg van de muziek van de Amerikaanse componist Philip Glass die veel filmscores heeft geschreven, waaronder die van de film The Hours, een film die onder andere over Virginia Woolf gaat en haar boek Mrs. Dalloway.’  Berding las de roman, die zich afspeelt op een dag in juni 1925 rondom mevrouw Dalloway, die een feest gaat geven. Gedurende het verhaal maak je kennis met haar leven, met haar teloorgegane liefde. Maar ook met andere figuren die traumatische ervaringen hebben opgelopen in de eerste wereldoorlog. Berding vond het een overdonderend boek en wilde meteen meer van Woolf lezen, en óver haar lezen. Dat is een uit de hand gelopen hobby geworden, met niet alleen werk van Woolf maar ook vele biografieën.’

‘Meer weten, meer weten…’, licht Berding toe. ‘Het is een interesse die klein begint, maar als het me eenmaal raakt, dan laat het me niet meer los. Als het eerste boek me grijpt, dan wil ik gewoon alles.’

Vita activa of De Menselijke Conditie – Hannah Arendt
Tot 2001/2002 kende Berding Arendt helemaal niet, totdat hij met Wouter Pols het boek Schoolpedagogiek ging schrijven en via hem in aanraking kwam met haar werk. Hij begon met De Menselijke Conditie uit 1958 en het greep hem meteen bij de strot. Arendt grijpt terug op hele oude betekenissen van woorden en verbindt die aan ervaringen van vandaag de dag.

‘Een hoofdstuk over het menselijk handelen, het spreken, overleggen, die kant van ons mens-zijn is een prachtige tekst van ongeveer zeventig pagina’s en ik heb dat een keer “Een ode aan het menselijk handelen” genoemd, omdat het bijna overstroomt van het geluk van het met elkaar kunnen praten, van met elkaar communiceren. En dat is een manier van denken die een beetje verloren dreigt te gaan. Dat het een mooie invulling en vervulling is van ons leven.’

Het werk van Arendt gaat over het politieke en de reden dat het ook zo vervlochten is met het onderwijs is, is omdat onderwijs ‘leeft bij de gratie van de taal en de communicatie en soms ook de misverstanden’, in Berdings woorden.

Rode draad
‘Het gaat om met elkaar in interactie zijn’, reageert Berding als gevraagd wordt wat de rode draad is in alle boeken die hij heeft meegenomen. ‘Ik vind dat Verhoeven een dimensie daaraan toevoegt’, gaat hij verder. ‘Hij schrijft over onderwijs als geschenk. Vanuit het kind gezien, in relatie tot de leraar, kan je ook benaderen dat het kind iets ontvangt van een leraar - je kan daarvan zeggen dat het het kind in een passieve rol dringt, maar ik denk dat het ook een actieve kant heeft - maar meer nog: het zegt iets over de waardigheid van het leraarsvak.’

Berding heeft het gevoel dat hij met “zijn denkers” nog niet helemaal klaar is. Zo duikt hij nu in het werk van Arendt om erachter te komen wat zij allemaal over kunst, kunsten en kunstenaars schrijft. Dat vindt hij ook heel intrigerend en wil hij ook nog iets mee.

Berding eindigt met de volgende quote: ‘Verhoeven vraagt aandacht voor wat uiteindelijk niet meetbaar, niet beheersbaar en niet voorspelbaar is. En hij vindt precies daarin de kern van het onderwijs. Verhoeven is ervan overtuigd dat de opdracht van het onderwijs is om kinderen en jongeren in te leiden in een oude wereld. De filosofie noch het onderwijs is er om de wereld te verbeteren. Met behulp van filosofie kunnen we hooguit het mysterie wat de wereld is, enigszins bewoonbaar maken en onze leerlingen hierin introduceren en erop vertrouwen dat het goedkomt.’

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief